
De defensieve reflexen in leverancier-klant communicatie.
"Dat is niet hoe het systeem werkt. U zult uw proces moeten aanpassen."
De woorden vielen als een steen in de vergaderruimte. Drie maanden na go-live, tijdens wat bedoeld was als een evaluatiegesprek over de eerste ervaringen, zat een ervaren teamleider uit te leggen waarom het nieuwe systeem hun dagelijks werk belemmerde in plaats van ondersteunde. Het antwoord van de consultant was een perfecte illustratie van wat er fundamenteel misgaat in veel leverancier-klant relaties.
In het eerste deel van deze reeks beschreef ik hoe het gebrek aan klantsensitiviteit zich manifesteert in de interacties tussen leveranciers en klanten. Vandaag duik ik dieper in één van de meest hardnekkige patronen: de defensieve communicatiereflexen die optreden wanneer klanten feedback geven en de psychologische mechanismen die hieraan ten grondslag liggen.
Wanneer klanten feedback geven over een systeem of implementatie, ontstaat er een kritiek moment. Dit is het punt waarop klantsensitiviteit werkelijk wordt getest. Niet in de verkoopfase, niet tijdens projectpresentaties, maar op het moment dat gebruikers zeggen:
"Dit werkt niet voor ons!"
Het is een moment van potentiële verbinding, van gezamenlijk leren, van het begrijpen van de werkelijke impact van een systeem in de dagelijkse praktijk. Maar al te vaak gaat dit kritieke moment verloren door wat de 'defensieve reflex' kan worden genoemd: de bijna automatische neiging om feedback niet te ontvangen als waardevolle informatie, maar als bedreiging die afgeweerd moet worden.
De defensieve reflex uit zich in vier herkenbare communicatiepatronen die telkens weer opduiken in leverancier-klant relaties:
Het eerste patroon is het wegredeneren van problemen door ze te framen als 'normaal' onderdeel van verandering of implementatie. Klachten over moeilijk te gebruiken systemen worden weggewuifd met verwijzingen naar wenperiodes, leercurves of de noodzaak van aanpassing aan nieuwe werkwijzen.
Deze reactie lijkt onschuldig, zelfs behulpzaam. Maar wat hier werkelijk gebeurt, is dat de klacht niet wordt erkend als signaal van een reëel probleem. In plaats daarvan wordt het gereduceerd tot een kwestie van acceptatie of gewenning. De impliciete boodschap is: het probleem ligt niet bij het systeem, maar bij de bereidheid van gebruikers om te veranderen. Deze benadering mist fundamenteel de mogelijkheid dat het systeem daadwerkelijk niet goed aansluit bij de werkelijkheid van de gebruiker. Het sluit de deur naar diepgaand begrip van wat werkelijk aan de hand is in de dagelijkse praktijk.
Een tweede veel voorkomend patroon is het onmiddellijk verplaatsen van het gesprek naar het technische domein. Zodra een klant een probleem uit, wordt de discussie omgeleid naar systeemarchitectuur, configuratieopties, API-integraties of databasestructuren.
Oppervlakkig lijkt dit een constructieve reactie – er wordt immers een technische oplossing voorgesteld. Maar deze tactiek heeft een subtiel maar krachtig effect: de emotionele en operationele impact van het probleem wordt genegeerd en het gesprek wordt verplaatst naar het comfortabele terrein van de leverancier. Deze technische omleiding mist cruciaal contextuele informatie die nodig is om de juiste oplossing te vinden. Door meteen naar technische details te springen, wordt voorbijgegaan aan vragen als: Waarom is dit zo frustrerend voor gebruikers? In welke context doet dit probleem zich voor? Welke impact heeft dit op het dagelijkse werk?
Het derde patroon behelst het wegschuiven van problemen naar een vage toekomst. Klachten worden erkend maar tegelijkertijd geneutraliseerd door verwijzingen naar toekomstige releases, roadmap-items of geplande verbeteringen.
Deze tactiek erkent tenminste het bestaan van een probleem, maar stelt de oplossing uit naar een ongedefinieerd moment. Het effect is dat de klant wordt weggestuurd met lege handen voor de komende periode, terwijl de leverancier de druk van de ketel haalt zonder echte toezeggingen te doen. De realiteit achter veel van deze toekomstbeloftes is dat ze concurreren met talloze andere prioriteiten. Zonder concrete commitment en planning blijven ze vaak niet meer dan intenties die nooit worden gerealiseerd.
Het vierde en mogelijk meest problematische patroon is het expliciet afschuiven van verantwoordelijkheid. Problemen worden geframed als buiten de scope van het project, als gebruikersfouten of als afwijkingen van standaardprocedures.
Deze reactie creëert direct een tegenstelling tussen leverancier en klant. In plaats van een gezamenlijke probleem-oplossingsbenadering, ontstaat er een dynamiek van schuld en verdediging. De impliciete boodschap is:
"Dit is jouw probleem, niet het onze."
Deze verschuiving ondermijnt fundamenteel het vertrouwen in de relatie en blokkeert de weg naar werkelijke samenwerking bij het oplossen van uitdagingen.
Deze defensieve reacties komen niet voort uit kwade wil of bewuste onverschilligheid. Ze zijn het resultaat van diepgewortelde psychologische mechanismen die in alle mensen aanwezig zijn. Het begrijpen van deze mechanismen is essentieel om ze te kunnen doorbreken.
Wanneer een consultant of ontwikkelaar hoort dat 'hun' systeem problemen veroorzaakt, ontstaat er cognitieve dissonantie – een ongemakkelijk gevoel dat optreedt wanneer opvattingen over de eigen competentie botsen met nieuwe informatie over problemen met het werk.
Om deze dissonantie te verminderen, zijn er twee mogelijkheden: de eigen opvatting aanpassen ("misschien is het systeem inderdaad niet zo goed als ik dacht") of de nieuwe informatie herinterpreteren ("de gebruikers begrijpen het systeem niet goed"). De tweede optie is psychologisch veel gemakkelijker, omdat deze het gevoel van competentie en eigenwaarde intact houdt. De paradox is dat juist de meest betrokken en gepassioneerde professionals vaak het meest defensief reageren. Hun identiteit is zo verweven met hun werk dat kritiek op het systeem wordt ervaren als kritiek op henzelf.
Een tweede mechanisme is de neiging om het eigen perspectief als objectief en rationeel te zien, terwijl de standpunten van anderen worden weggezet als emotioneel of subjectief. IT-professionals zijn vaak getraind om te denken in logische, systematische patronen, wat kan leiden tot de aanname dat hun benadering per definitie de juiste is.
Wanneer een klant klaagt over een systeem, is het voor professionals gemakkelijk om deze klacht te categoriseren als 'emotioneel' of 'irrationeel', terwijl ze hun eigen reactie zien als 'objectief' of 'gebaseerd op feiten'. Dit creëert een asymmetrische dynamiek waarin de ervaringen van de klant worden gediskwalificeerd nog voordat ze werkelijk zijn gehoord.
Een derde mechanisme betreft de verdediging van professionele identiteit en expertise. IT-professionals ontlenen een belangrijk deel van hun zelfbeeld en status aan hun technische kennis. Wanneer een niet-technische gebruiker kritiek uit, kan dit worden ervaren als een uitdaging van hun expertise.
De natuurlijke reactie is dan om de technische complexiteit te benadrukken, vakjargon te gebruiken, of de focus te verleggen naar technische aspecten. Dit zijn allemaal manieren om de positie als expert te herbevestigen en afstand te creëren tot de 'onkundige' gebruiker. Deze reactie verklaart waarom gesprekken tussen IT-leveranciers en klanten zo vaak verzanden in technische details, terwijl de werkelijke behoefte van de klant ligt in het begrijpen van de impact op hun dagelijkse werk.
De defensieve reacties en onderliggende psychologische mechanismen die in dit artikel zijn beschreven, hebben verstrekkende gevolgen. Ze creëren een cyclus van miscommunicatie die uiteindelijk schadelijk is voor alle betrokkenen.
Het goede nieuws is dat deze defensieve communicatiepatronen doorbroken kunnen worden. Het vereist bewustzijn, oefening en de bereidheid om kwetsbaar te zijn, maar het is mogelijk om een fundamentele verandering teweeg te brengen in de leverancier-klant dynamiek.
5.1.1. Erken de emotionele component
De eerste stap is het erkennen van de emotionele component van feedback. Voordat je ingaat op technische details of oplossingen, neem de tijd om te erkennen wat de klant voelt en ervaart. Deze eenvoudige erkenning creëert een basis van begrip waarop een constructief gesprek kan worden gebouwd. In de praktijk betekent dit dat wanneer een klant gefrustreerd raakt over een systeem, je niet direct naar oplossingen springt, maar eerst zegt: "Ik begrijp dat dit frustrerend is voor jullie team" of "Het klinkt alsof dit proces jullie dagelijks werk aanzienlijk vertraagt." Deze validatie van emoties, hoe eenvoudig ook, doorbreekt onmiddellijk de defensieve spiraal en schept ruimte voor een authentiek gesprek.
Het vereist een emotionele heroriëntatie: in plaats van feedback als een aanval te zien, kun je het beschouwen als waardevolle informatie die je helpt je product of dienst te verbeteren. Deze verschuiving in perspectief is essentieel voor elke organisatie die werkelijk klantgericht wil zijn.
5.1.2. Stel informatieve vragen
In plaats van direct in de verdediging te schieten, ontwikkel de gewoonte om vragen te stellen die helpen de context en impact beter te begrijpen. Dit vraagt om een nieuwsgierige houding waarbij je de werkelijke gebruikerscontext probeert te doorgronden.
Effectieve vragen zijn:
Deze vragen tonen niet alleen dat je de feedback serieus neemt, maar leveren ook cruciale contextuele informatie op die vaak ontbreekt in formele bug-meldingen of klachtenformulieren. Ze creëren een rijker begrip van wat er werkelijk speelt in de dagelijkse realiteit van de gebruiker. Het consistent stellen van informatieve vragen vereist discipline, vooral onder druk of bij gespannen situaties. Het helpt om een mentale checklist te hebben van contextgerichte vragen die je altijd stelt voordat je overgaat tot technische oplossingen.
5.1.3. Reflecteer en parafraseer
Een krachtige techniek om te laten zien dat je werkelijk luistert, is het reflecteren en parafraseren van wat je hebt gehoord. Deze schijnbaar eenvoudige communicatietechniek heeft een diepgaand effect op de dynamiek van het gesprek.
In de praktijk ziet dit er zo uit: "Als ik het goed begrijp, zegt u dat het invoeren van gegevens in dit nieuwe systeem drie keer zoveel tijd kost als in het oude systeem, vooral bij complexe cases. En dat dit met name problematisch is tijdens de piekuren van 10 tot 12 uur 's ochtends. Klopt dat?"
Door expliciet te controleren of je de situatie correct hebt begrepen, toon je niet alleen respect voor het perspectief van de klant, maar geef je hen ook de mogelijkheid om je begrip te verfijnen of te corrigeren. Dit leidt tot een gedeeld mentaal model van het probleem, wat essentieel is voor effectieve probleemoplossing. Deze techniek vereist dat professionals hun natuurlijke neiging om direct naar oplossingen te springen tijdelijk onderdrukken. Het vraagt om een bepaalde traagheid in het gesprek die in eerste instantie ongemakkelijk kan voelen, maar die uiteindelijk leidt tot beter begrip en snellere, effectievere oplossingen.
5.1.4. Maak het probleem gezamenlijk
In plaats van het probleem te framen als 'hun probleem' of 'jouw probleem', herdefinieer het als een gezamenlijk probleem. Deze verschuiving in perspectief transformeert de dynamiek van confrontatie naar samenwerking. Praktisch gezien betekent dit dat je uitspraken herformuleert van: "Uw team moet leren hoe ze het systeem correct gebruiken" naar: "Laten we samen onderzoeken hoe we het systeem beter kunnen laten aansluiten bij uw werkprocessen."
Dit herframen is niet louter semantisch. Het weerspiegelt een fundamentele verschuiving in hoe je de relatie met de klant ziet: niet als een puur zakelijke interactie waarin jij de leverancier bent en zij de ontvanger, maar als een partnerschap waarin jullie samen werken aan een gedeeld doel. Deze benadering vraagt om een zekere nederigheid en het loslaten van de 'expert-positie'. Het erkent dat de klant expert is in hun eigen werkprocessen en behoeften, net zoals jij expert bent in je technische oplossingen. Wanneer deze expertises als complementair worden gezien in plaats van hiërarchisch, ontstaat er ruimte voor werkelijke co-creatie.
5.1.5. Ontwikkel systeemdenken
Een onderbelicht aspect van klantsensitiviteit is het vermogen om systemisch te denken – om te begrijpen hoe technologie in een bredere context functioneert. Wanneer klanten feedback geven over een systeem, verwijzen ze zelden naar geïsoleerde functies; ze spreken over hoe het systeem interacteert met hun hele werkproces.
Dit vergt een verbreding van de professionele blik: van een nauw technisch perspectief naar een holistisch begrip van de organisatorische context waarin je oplossing wordt gebruikt. Het betekent vragen stellen als:
Deze systemische benadering helpt om feedback te zien als waardevolle informatie over hoe je systeem functioneert in een complex ecosysteem, niet als een klacht over een geïsoleerd component.
5.1.6. Veranker klantsensitiviteit in processen
Individuele vaardigheden alleen zijn niet voldoende om een organisatie te transformeren. Klantsensitiviteit moet worden verankerd in de processen, procedures en structuren van de organisatie.
Dit betekent:
Door klantsensitiviteit systematisch in te bedden in de organisatie, wordt het een gedeelde verantwoordelijkheid en een collectieve capaciteit, in plaats van een individuele vaardigheid.
5.2.2. Beschrijf impact, niet alleen problemen
In plaats van alleen te zeggen dat 'het systeem niet werkt', beschrijf de specifieke impact op de organisatie. Dit maakt het voor leveranciers veel moeilijker om je feedback te negeren of te herinterpreteren.
Een effectieve impactbeschrijving bevat:
Deze specifieke details helpen leveranciers om het probleem in een bredere context te plaatsen en de urgentie ervan te begrijpen. Het maakt het ook moeilijker om problemen af te doen als "gebruikersfouten" of "gewenningsperiode".
5.2.3. Erken de complexiteit
Erken dat softwareontwikkeling complex is en dat niet alle problemen eenvoudig op te lossen zijn. Deze erkenning creëert ruimte voor een eerlijker gesprek over wat wel en niet mogelijk is. In de praktijk betekent dit dat je kunt zeggen: "We begrijpen dat er technische beperkingen kunnen zijn en dat sommige aanpassingen complex zijn. We willen graag samen verkennen wat de mogelijkheden zijn binnen deze beperkingen."
Deze houding nodigt uit tot een technisch transparant gesprek waarin leveranciers eerlijker kunnen zijn over de uitdagingen die ze tegenkomen, in plaats van defensief te reageren of onrealistische beloftes te doen.
5.2.4. Zoek naar gezamenlijke belangen
Probeer het gesprek te sturen in de richting van gezamenlijke belangen in plaats van tegengestelde posities. Dit creëert een basis voor constructieve samenwerking.
Effectieve manieren om dit te doen zijn:
Deze benadering vermindert de defensieve houding en creëert een sfeer waarin gezamenlijke probleemoplossing mogelijk wordt.
5.2.5. Ontwikkel interne expertise
Een vaak onderschatte factor in succesvolle leverancier-klant relaties is de aanwezigheid van voldoende interne expertise aan klantzijde. Deze expertise stelt klanten in staat om genuanceerde feedback te geven, reële verwachtingen te stellen en een zinvolle dialoog aan te gaan met leveranciers.
Dit betekent investeren in:
Met deze expertise kunnen klanten een meer gelijkwaardige dialoog voeren, waarin ze zowel de technische als de bedrijfsmatige aspecten van problemen kunnen articuleren.
5.2.6. Bied constructieve feedback
De manier waarop feedback wordt gegeven, heeft een grote invloed op hoe deze wordt ontvangen. Constructieve feedback:
Door feedback op deze manier te structureren, wordt het waarschijnlijker dat leveranciers deze ontvangen als waardevolle informatie in plaats van als kritiek.
Uiteindelijk gaat het doorbreken van defensieve communicatiepatronen over het creëren van een cultuur waarin open, eerlijke en constructieve communicatie de norm is. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van leveranciers en klanten.
Elementen van een dergelijke cultuur zijn:
In een dergelijke cultuur worden problemen gezien als kansen voor verbetering en leren, niet als bedreiging of falen. Dit vergt tijd, consistentie en leiderschap, maar de vruchten van deze investering zijn aanzienlijk: betere producten, tevreden klanten en meer voldoening voor professionals die trots kunnen zijn op de werkelijke impact van hun werk. Door bewust te kiezen voor een houding van ontvankelijkheid en echte nieuwsgierigheid, kunnen we de defensieve reflexen doorbreken die zo vaak de communicatie tussen leveranciers en klanten belemmeren. Het resultaat is niet alleen betere software en implementaties, maar ook meer voldoening voor alle betrokkenen.
De patronen van defensieve communicatie die in dit artikel zijn beschreven, zijn diepgeworteld in onze psychologie en in de cultuur van veel organisaties. Ze doorbreken vereist bewustzijn, oefening en soms ongemakkelijke zelfreflectie. Voor leveranciers is de uitdaging om verder te kijken dan oppervlakkige tevredenheidscores en werkelijk te begrijpen wat klanten nodig hebben om effectief te kunnen werken. Dit vereist niet alleen technische expertise, maar ook emotionele intelligentie en een oprechte nieuwsgierigheid naar de wereld van de klant.
Voor klanten is de uitdaging om feedback te geven op een manier die impact en context duidelijk maakt en die ruimte laat voor een constructieve dialoog in plaats van een defensieve reactie.En voor beide partijen is de uitdaging om voorbij de 'wij-zij' dynamiek te komen en te werken vanuit een gedeeld begrip dat succesvolle technologie-implementatie een gezamenlijke reis is, geen transactie.
Tijdens een recent adviesproject was ik getuige van een opvallend moment. Een consultant reageerde op een klachtmelding met: "Dat probleem hebben we al besproken. De procedure staat beschreven in de handleiding." De teamleider antwoordde: "Maar die procedure werkt niet in onze situatie." "Dan past u de procedure niet goed toe," was het weerwoord.
In de koffiepauze sprak ik de consultant apart.
"Begrijp je waarom ze de procedure zo moeilijk vinden?" vroeg ik. Hij aarzelde. "Eigenlijk... nee. Ik heb alleen uitgelegd hoe het moet."
Dit gesprek raakte de kern van wat ik in mijn advieswerk keer op keer tegenkom: het reflexmatige verdedigen van systemen en werkwijzen zonder eerst te begrijpen waarom klanten er moeite mee hebben. We zijn zo gewend geraakt aan het uitleggen hoe iets werkt, dat we vergeten te vragen waarom het niet werkt. Die consultant gaf onlangs aan dat hij zijn benadering heeft aangepast. In plaats van direct uitleg te geven, stelt hij nu eerst vragen om de context te begrijpen. Het resultaat: minder tickets, meer tevredenheid en een veel prettigere samenwerking. Een kleine verschuiving in houding, een groot verschil in resultaat.
In het volgende deel van deze reeks gaan we dieper in op de 'empathiekloof' – het fundamentele onvermogen van veel technische professionals om zich te verplaatsen in de dagelijkse realiteit van eindgebruikers en hoe deze kloof kan worden overbrugd.
Dit is het tweede deel van een zesdelige reeks over klantsensitiviteit in de softwarebranche. Volgende week: "De empathiekloof overbruggen" - over de psychologische barrières die leveranciersmedewerkers belemmeren om de dagelijkse realiteit van gebruikers te begrijpen.
Ik nodig u uit om te reageren: herkent u deze defensieve communicatiepatronen? En heeft u voorbeelden van leveranciers die wél goed luisteren? Uw inzichten verrijken dit gesprek.
Met meer dan 25 jaar ervaring begeleiden wij organisaties bij softwareselectietrajecten, aanbestedingen en SLA-optimalisatie.
@ 2025 Bergsma Consult B.V. | Website: Templatoo